Project /
Vlaemsch (chez moi)
Met Vlaemsch (chez moi) wil Sidi Larbi Cherkaoui de directe confrontatie aangaan met de Vlaamse wortels die hij langs moederszijde heeft meegekregen. Als kind van een Vlaamse moeder en Marokkaanse vader heeft hij van jongs af aan een kruispuntenidentiteit ontwikkeld die ook zijn choreografisch oeuvre zou gaan bepalen. Cherkaoui bewandelt de grijze zone tussen lokale verankering en interculturele dialoog. Zijn werk valt daardoor niet vast te pinnen op een welbepaalde regio, maar het trekt net de grenzen open om andere werelden binnen te laten. De Munt, Eastman en KVS bundelen de krachten en kozen ervoor om de première in Brussel te laten plaatsvinden. Een bewuste keuze, gebracht in het kader van Troika.
Vlaemsch – niet toevallig in een ‘foute’, oude spelling – is een herinnering dat ook taal een product is van de eigen tijd. Het stuk opent de deur naar een mythisch verleden dat niettemin vertrekt vanuit concrete objecten en figuren. De scène doet dienst als een geheugenplaats waar verleden, heden en toekomst elkaar treffen. Beweging wordt een vorm van herinneringsarbeid waarbij de wortels van een persoonlijke, intieme Vlaamse identiteit worden opgediept, omgewoeld en herschikt.
Voor deze productie werkt Sidi Larbi Cherkaoui samen met beeldend kunstenaar Hans Op de Beeck, muzikant Floris De Rycker en modeontwerper Jan-Jan Van Essche. Vier hedendaagse Vlaamse makers die samen op zoek gaan naar de rol van hun gedeelde herkomst in hun artistieke signatuur. Het beeldend werk van Hans Op de Beeck staat bekend om zijn ingenieuze spel met grijswaarden. Het grijzige Vlaanderen dat zich laat aflezen uit landschap, weer en architectuur krijgt hiermee een beeldende vertaling. Samen met zijn muziekensemble Ratas del Viejo Mundo (letterlijk vertaald als ‘ratten van de oude wereld’) verkent Floris De Rycker doorgaans de klankkleuren van polyfone muziek gecomponeerd voor 1600. Als luitspeler ontdekte hij hoe de Arabische muzikale cultuur bepalend is geweest voor de Westerse muziek, hoewel die invloedslijn vaak uit de muziekgeschiedenis wordt weggewist. Jan-Jan Van Essche laat zich voor zijn modeontwerpen inspireren door verschillende culturen met bijzondere aandacht voor duurzame, lokale productie. Zijn kledinglijnen volgen niet de ritmiek van de seizoenen, maar eerder de gelaagdheid van het individu.
Tegenover het Vlaamse profiel van het artistieke team plaatst Cherkaoui een groep van internationale performers. Hun herkomst bestrijkt alle hoeken van een wereld in strijd met zichzelf: Japan, Amerika, Rusland, Oekraïne, Congo, Canada, Duitsland, Israël en ga zo maar door. De kruisbeweging tussen West en Oost of Noord en Zuid is kenmerkend voor het choreografische oeuvre van Cherkaoui. Met Vlaemsch zet hij die beweging voort, maar kiest hij voor een ander vertrekpunt. Hij reikt de dansers de hand om binnen te treden in het mythische universum van de zogeheten Vlaamse cultuur. Het doel is niet om hen vermeende Vlaamse waarden op te leggen, maar net te zoeken naar een vorm van culturele contaminatie. Hoe kan een ieder haar of zijn cultuur delen met de ander zonder meteen in de val te trappen van inlijving of onrechtmatige toe-eigening. Zijn we veilig bij elkaar? Precies in dit kluwen van culturele wortels, die tal van politieke, sociale, en economische vertakkingen kennen, wil Vlaemsch zich begeven.