Project /
Boléro
Voor choreografen is balletmuziek altijd al een onuitputtelijke bron van inspiratie geweest. De muziek biedt hen een scala aan nieuwe en persoonlijke interpretaties.
Voor hun eerste productie voor het Ballet van de Opera van Parijs, keren Sidi Larbi Cherkaoui, Damien Jalet en plastisch kunstenaar en performance-artieste Marina Abramović terug naar een legendarisch werk uit de 20ste eeuw, de Boléro van Maurice Ravel.
Hun creatie wordt getoond samen met drie bestaande balletten: L’Oiseau de feu (Maurice Béjart), L’après-midi d’un faune (Vaslav Nijinsky) en Afternoon of a Faun (Jerome Robbins).
L’Oiseau de feu, een bewerking van een traditioneel Russisch verhaal, werd oorspronkelijk geschreven door Stravinsky voor Diaghilev’s Ballets Russes. In 1970 bracht Maurice Béjart een bijzondere visie op het libretto van Michel Fokine en hij creëerde een gepassioneerd werk voor het Ballet van de Opera, een ode aan het leven en alles wat ideaal is. Het ballet dat zijn inspiratie haalde uit het thema van de Phenix, straalt met een krachtige en vurige beweging van het lichaam.
In 1912 greep Nijinsky naar Mallarmé’s en Debussy's Faun voor het thema van zijn eerste choreografie. De ongebreidelde erotiek van zijn ballet veroorzaakte een schandaal en katapulteerde dans in de moderne tijd. Veertig jaar later, zonder afstand te doen van dit erfgoed, bood Jerome Robbins een andere interpretatie van het werk die doet denken aan een sensuele en opwindende pas de deux in de intimiteit van een dansstudio.